TOP

Interview Bobbies: ‘Met twintig verkooppunten in Nederland zouden we al heel tevreden zijn’

In 2010 lanceerden de Franse vrienden Antoine Bolze en Alexis Maugey het schoenenmerk Bobbies. Onlangs is de eerste stap in Nederland gezet met de opening van een winkel in de Amsterdamse Negen Straatjes. Daar moeten binnenkort verschillende andere verkooppunten in Nederland bij komen.

Beeld: Bobbies

Waarom zijn jullie een schoenenmerk begonnen?

Antoine Bolze (AB): “Van jongs af aan wilden Alexis en ik – we kennen elkaar al sinds we acht waren – een modemerk neerzetten. In 2010 studeerden we allebei bedrijfskunde en liepen we stage in de financiële wereld. Maar we vonden de modewereld veel leuker. Zelf waren we in die tijd fan van ‘driving shoes’, een type loafers met rubberen noppen, maar er was niet veel keus in het aanbod. Vaak waren ze of van heel dure designermerken of juist van goedkope merken van slechte kwaliteit. Daarom besloten we ze zelf te gaan maken, geproduceerd van Italiaans leer in Portugal met een verkoopprijs rond 100 euro. Met daaromheen trendy en jonge marketing.”

Sloeg dat aan?

Alexis Maugey (AM): “We begonnen klein en lieten duizend paar maken. We zouden wel zien wat er gebeurde. We verkochten de schoenen via een private sale in een klein pandje in Parijs en maakten een Facebook-groep om het bekend te maken bij mensen. Een half uur voordat de sale opende, stond er al een rij voor de deur. Daar werden we erg door verrast, dat hadden we echt niet verwacht. Maar mensen bleken het leuk te vinden en vertelden het aan elkaar door. En zo was binnen een paar weken die eerste voorraad op. We waren nog bezig met onze website toen een journalist van Metro belde dat ze een artikel over ons ging maken. Zij hadden ook over de hype rond onze private sale gehoord. Toen hebben we onze IT-man snel de site af laten maken en de volgende dag gingen we online. Dat artikel was een goede push voor de start.”

De drie mannen achter Bobbies v.l.n.r. Jean-Michel Awad, Antoine Bolze en Alexis Maugey

Hoe ging het verder?

AB: “We produceerden nieuwe voorraad bij en we gingen de schoenen ook verkopen via een aantal multibrand-retailers in Parijs. Warenhuis Printemps was bijvoorbeeld een van de eerste klanten. Daar hebben we nu zelfs een shop-in-shop. We gingen naar de beurs Who’s Next, waar we veel retailers leerden kennen. Niet alleen uit Frankrijk, ook internationaal. En zo groeiden we steeds verder. We breidden de collectie uit en lanceerden in 2011 een vrouwencollectie.”

Draaide die ook om de loafer?

AM: “Op dat moment kwam de ballerina op en dat was dan ook onze eerste schoen voor vrouwen. Nu zijn ze weer in de mode en we verkopen ze ook weer heel goed. Terwijl ze zes jaar geleden helemaal weg waren uit het modebeeld. Heel interessant om te zien hoe dat werkt. De vrouwencollectie is flink gegroeid en maakt momenteel 75 tot 80 procent van de omzet uit.”

Zijn de schoenen nog steeds 100 euro in de winkel?

AM: “De prijzen zijn de afgelopen dertien jaar duidelijk gestegen, onder andere door gestegen materiaalkosten, arbeidskosten en productiekosten. Ook hebben we de kwaliteit van ons product verbeterd: we gebruiken alleen eersteklas leer en produceren alleen in de beste schoenenfabrieken in Portugal. Maar onze prijs is nog steeds zeer redelijk gezien de kwaliteit. Tegenwoordig ligt onze startprijs voor een herenloafer of een damesballerina rond de 160 euro, en een paar hoge laarzen kan oplopen tot 350 euro. Inmiddels hebben we een grote schoenencollectie, van loafers en ballerina’s tot laarzen en sneakers, waardoor de prijsklasse ook breder is geworden.”

‘De collectie wordt steeds volwassener en

de klanten groeien met ons mee’

Hoe omschrijf je de stijl?

AM: “Trendy maar moeiteloos, met een beetje Franse twist en een greintje retro vibes. Typerend voor het Franse stijltje is er goed uitzien waarbij het lijkt alsof er niet veel tijd in is gestoken. De stijl is ook een beetje minimalistisch, met niet al te veel details, wat het verfijnd maakt. We werken al acht jaar met dezelfde ontwerper voor de collectie, waardoor het merk een duidelijk eigen handschrift heeft maar wel elk seizoen vernieuwing brengt. De collectie wordt steeds volwassener en de klanten groeien met ons mee.”

Hoe duurzaam zijn jullie eigenlijk?

AM: “Vanaf het begin willen we alles op de juiste manier doen, zonder er veel woorden aan vuil te maken of dat actief naar buiten te brengen. We produceren dicht bij huis in Portugal en hebben daar nu een eigen fabriek. Het leer komt uitsluitend uit Europese landen, waaronder Italië. We werken met LWG-gecertificeerde leerlooierijen en we zitten aan het eind van het proces om B Corp te worden. In onze zolen zit 70 procent gerecycled rubber en het leer dat we gebruiken is plantaardig gelooid. Maar als je het hebt over duurzaamheid is de kwaliteit het belangrijkste. Dat een artikel lang meegaat. Dat is waar we naar streven.”

Sinds eind oktober is er een winkel in Amsterdam. Waarom een winkel in Nederland?

AB: “Ik hou van de stad Amsterdam en hoe de mensen daar zich kleden. Nederlanders zijn sophisticated op een naturelle, nonchalante manier. Het ligt er niet te dik bovenop. Bovendien is Amsterdam heel kosmopolitisch met veel internationale bezoekers. In onze webshop zagen we dat we al veel klanten in Nederland hadden zonder daar ooit bewust aan communicatie te hebben gedaan. Daar waren we door verrast. We wilden wel echt een winkel in het juiste deel van Amsterdam en dat denken we in de Negen Straatjes gevonden te hebben. Tot zover zijn we tevreden over de resultaten.”

Beelden: Bobbies winkel in Amsterdam

Hoe meet je dat?

AB: “Natuurlijk met de winkelomzet, maar sinds de opening zien we in onze webshop een toename van 100 tot 200 procent van bestellingen vanuit Nederland. Dat aandeel was nog maar klein, maar we zien zeker dat er sinds de winkel wat gebeurt rond het merk in Nederland. Sowieso is online overall nog steeds onze belangrijkste business, ongeveer 60 tot 70 procent van de totale omzet.”

Hoeveel winkels zijn er?

AB: “In 2013 openden we de eerste winkel in Le Marais in Parijs en inmiddels hebben we negen winkels: vier in Parijs en verder in Londen, Amsterdam, Lyon, Aix-en-Provence en Bordeaux. Binnenkort openen we winkels in Lille en Brussel.”

Willen jullie dat aantal verder uitbreiden?

AB: “We hebben plannen en willen uitbreiden, maar een nieuwe winkel kost ook veel tijd. Zeker op de manier hoe wij het aanpakken. Geen winkel van Bobbies is hetzelfde, elke winkel heeft een eigen concept. We besteden veel aandacht aan de architectuur van de winkels. Voor Amsterdam zijn we alleen met het concept al zes maanden bezig geweest. Samen met onze architect kijken we wat ons inspireert in een stad en naar het winkelpand. Wij willen dat de buiten- en de binnenkant bij elkaar passen. Dit kost heel veel tijd, maar het eindresultaat is amazing.”

Beelden: Bobbies winkel in Amsterdam

Hoe belangrijk is wholesale voor het merk?

AB: “We hebben rond de 200 verkooppunten, waarvan 120 tot 130 in Frankrijk. De rest zijn winkels in Europa en de Verenigde Staten. Onze wholesale business is nog redelijk klein, misschien 10 tot 15 procent van onze business. We willen wel uitbreiden, maar het is niet makkelijk. Je ziet dat juist zelfstandige retailers het moeilijk hebben. Er sluiten veel winkels en er komen veel nieuwe bij. De huren zijn zo hoog momenteel dat het moeilijk is voor een winkel om rendabel te zijn. Met onze eigen winkels gaat het goed, maar wholesale is misschien wel de meest uitdagende tak voor ons. Daar zien we meer het moeilijke klimaat, sommige retailers struggelen echt.”

Hebben jullie al verkooppunten in Nederland?

AB: “Nee, maar die zouden we graag willen. Met twintig verkooppunten in Nederland zouden we al heel tevreden zijn. We zijn begonnen met een samenwerking met agentuur Beer & Cheese. Onze uitdaging is om de samples op tijd klaar te hebben. We hebben heel grote collecties en 80 procent van de collectie is elk seizoen nieuw. Dat zijn erg veel samples die we moeten laten maken. Daardoor zijn we soms wat laat voor agenten. We werken eraan en denken dat onze winkel in de tussentijd ook een goede showroom kan zijn om retailers aan te spreken.”

Hoe is de rolverdeling tussen jullie?

AB: “We zijn heel verschillend en daardoor werkt het juist zo goed. Ik ben meer van het commerciële deel en ben verantwoordelijk voor de winkels. Alexis is verantwoordelijk voor de productiekant en de collectie. Hij is heel goed georganiseerd en ik niet. Ik pak de HR op en ben bijvoorbeeld de grote broer als een van de medewerkers problemen heeft. Momenteel hebben we tweehonderd mensen in dienst, waarvan vijftig op het hoofdkantoor in Parijs. We doen ook veel dingen samen en daarnaast kunnen we ook veel aan het team overlaten. En we hebben nog een derde partner, die wat meer op de achtergrond is. Jean-Michel Awad werkte eerst als freelancer voor ons; hij doet IT en maakte de website. Hij heeft ook het hele project rond onze nieuwe fabriek in Portugal gedaan. Tegenwoordig is hij onze derde partner.”

‘Door het zonder investeerders te doen

behoud je een bepaalde vrijheid als bedrijf’

Hebben jullie investeerders? 

AB: “Nee, en dat willen we ook niet. We zijn heel oldschool gegroeid door schoenen te verkopen en de winst weer in het bedrijf te steken om verder te kunnen groeien. Door het zonder investeerders te doen behoud je een bepaalde vrijheid als bedrijf. Zodra je een investeerder hebt, draait het om marges en winst maken en moet je verantwoording afleggen. Terwijl wij het ook belangrijk vinden dat we met plezier naar ons werk gaan. Als we ooit willen groeien in de Verenigde Staten, hebben we misschien wel een investeerder nodig. Maar we geven er de voorkeur aan nog even te wachten en geld opzij te zetten.”

Wat is jullie ambitie voor de korte termijn?

AM: “We zouden onze collectie lederwaren wel uit willen breiden. De collectie is nog klein, met een aantal tassen, maar we zien hier zeker groeipotentie. De productie doen we ook zelf. Het is een heel ander soort product om te maken. Voor een tas kun je veel verschillende leveranciers nodig hebben, voor de metalen delen zoals ritsen, maar ook voor de voering. Maar met de schoenen zijn we ook met één model begonnen en kijk hoe dat is gegroeid. Voor de mannen lanceren we over zes maanden een nieuwe tassencollectie. In Parijs hebben we een winkel in Le Marais met alleen lederwaren. Als het heel goed gaat, zouden we dat kunnen uitbreiden. Dat is de ambitie.”

CV

De Franse vrienden Antoine Bolze en Alexis Maugey studeerden allebei bedrijfskunde en startten in 2010 naast hun studie het schoenenmerk Bobbies. Het merk staat bekend om zijn elegante en minimalistische stijl geïnspireerd door Parijs. Bobbies produceert in de eigen fabriek in Portugal met duurzame materialen van Europese leveranciers. Daarnaast ondersteunen ze liefdadigheidsorganisaties die kwetsbare kinderen helpen en hanteren ze ecologisch verantwoorde verpakkingen. Sinds 2012 is hun IT-specialist Jean-Michel Awad ook partner in het bedrijf.

Lees meer over de uitbreiding van Bobbies in Nederland in Schoenvisie #01.