TOP

Mode-icoon: de loafer

Loafer klinkt een stuk sexyer dan instapschoen, maar dat is wel wat het is. Een schoen die zelfs zonder veters strak aan de voet blijft zitten, en tegelijkertijd stijl en welvaart uitstraalt.

Beeld: Bobbies
Tekst: Misha Margarittha 

De geschiedenis van de loafer zoals we hem nu kennen, is verspreid over drie landen: Groot-Brittannië, Noorwegen en de Verenigde Staten. Het begint allemaal in 1926 bij de Britse schoenmaker Raymond Lewis Wildsmith. Hij maakt de eerste instapschoen, genaamd de Wildsmith Loafer, voor de latere koning George VI om binnenshuis te gebruiken. De loafer werd populair bij de Britse adel, maar van een echte hype kunnen we dan nog niet spreken. Wijdverbreide interesse komt pas later, als Britse sportvissers naar Noorwegen gaan om daar zalm te vangen. Zij zien de lokale bevolking rondlopen op leren instapschoenen, een ontwerp dat een stuk comfortabeler lijkt dan hun eigen veterlaarzen.

De Weejun

Ondanks de introductie bij de sportvissers behaalde de instapschoen pas echt succes in de jaren dertig. Met dank aan de Noorse schoenmaker Nils Gregoriusson Tveranger, die de Aurland-schoen maakte. De instapper werd bekend buiten de Noorse landsgrenzen, maar stak pas in 1935 de oceaan over, toen de Amerikaanse Esquire er een artikel over schreef. Het magazine sloeg naar verluidt de handen ineen met Rogers, Peet & Co, een winkel in New York, om de schoen aan de man te brengen. Om aan de vraag te voldoen gingen zij op zoek naar een eigen fabrikant, die ze vonden in het schoenenmerk G.H. Bass. Samen ontwierpen ze een nieuwe versie van de loafer en doopten die de Weejun (in de naam herken je de uitspraak van het laatste deel van het woord Norwegian.) Het nieuwe ontwerp had een strook leer die over de rug van de schoen gestikt was. De eerste Weejun-reclame omschreef het product als ‘oorspronkelijk gemaakt en gedragen door Noorse boeren, en nu gedragen als sportschoenen door enkele van de best geklede mannen in Amerika’. Ook jaren later werd de Weejun nog gezien als de schoen van ‘vooraanstaande mensen uit de samenleving, rijke mannen, sporters.’

Gucci, Tod’s en Vans

Terwijl de Amerikaanse elite rondliep op de Weejun, werd de loafer in het geboorteland Groot-Brittannië groot onder Ivy League-studenten. Zij kozen voor de schoen om zijn duurzaamheid, betaalbaarheid, stijl en veelzijdigheid. Ouderen droegen de schoen met sok, jongeren zonder. Die laatste groep doopte de instapschoen de penny loafer. Waarom? Om het muntgeld, vaak twee penny’s, dat zij in de uitsparing op de wreef van de schoen stopten. Er wordt gespeculeerd dat het muntgeld bedoeld was voor noodtelefoontjes.

Tot mid-jaren vijftig zag de Weejun geen competitie, tot het Italiaanse modemerk Gucci in 1953 in New York neerstreek. De Gucci-loafer was (en is nog altijd) een schoen met oog voor detail en Italiaanse flair. Hij was volledig zwart, in tegenstelling tot de bruine variant die tot dan toe gangbaar was. Dankzij de introductie van de Gucci-versie werd de loafer een statussymbool en maakte al snel deel uit van het onofficiële Wall Street-uniform. En dan is er nog JP Tod’s (later Tod’s), die de instapschoen van een nopjeszool voorzag. En Vans, die met een katoenen versie van de instapschoen, slip-on genaamd, skaters voorzag van een ontwerp dat niet alleen strak aan de voet bleef zitten, veterloos was en ademde, maar ook wendbaarder was dan zijn leren voorgangers.

De loafer van nu

Door de jaren heen is het ontwerp van de loafer slechts minimaal aangepast, maar er zijn wel verschillende versies van in omloop. Denk aan de O.G. loafer (gemaakt van leer), de tuxedo loafer (goed voor onder een smoking), de Italiaanse loafer (gekenmerkt door de metalen band op de rug van de schoen) en mocassins (ook wel de rijschoen van Europeanen genoemd).

Modehuizen schuwen niet om loafers om de paar jaar opnieuw te introduceren op de catwalk. Maar in het najaar van 2023 maakte de schoen een comeback op straat (gezien aan de voeten van zowel celebs, neem: Hailey Bieber, als streetstyle sterren) én in de winkel. Zo vind je loafers van diverse merken bij de Bijenkorf (denk aan: Sebago en Vagabond), en ook het Franse lederwarenmerk Bobbies waagt zich aan het ontwerp. Net als Filling Pieces, Sézane, Atelier Verdi, Reformation en Tamaris.

Een uitgebreide versie van het Mode-icoon is verschenen in Schoenvisie #3.