TOP

ABN Amro: ‘Zelfstandige schoenen- en kledingwinkels moeten krachten bundelen’


Schoenenwinkels ondervinden concurrentie van branchevreemde partijen als modezaken, waar steeds meer schoenen worden verkocht. Van die trend kunnen schoenenretailers leren, concludeert ABN Amro in een recente sectorupdate.

Zelfstandige schoenen- en kledingwinkels moeten de krachten bundelen. Dat stelt Sonny Duijn, sectoreconoom Retail & Leisure bij ABN Amro, in het rapport ‘Stand van de Retail’ van 3 september 2019. Het is algemeen bekend dat de schoenenbranche het niet makkelijk heeft. De winstmarges staan onder druk, onder meer omdat schoenenwinkels er door de vele concurrentie niet of nauwelijks in slagen de prijzen te verhogen. Online is immers alles zichtbaar en te vergelijken. Met als gevolg dat de verkoopprijzen van schoenen in 2018 op het laagste niveau lagen sinds 2005, terwijl het algehele prijspeil in die periode juist met 22 procent steeg.

De koek moet tussen steeds meer partijen worden verdeeld. Het online aandeel van schoenenaankopen is tussen 2016 en 2018 van 21 procent naar 26 procent gestegen. En ook in het fysieke kanaal trekken nieuwe en branchevreemde aanbieders steeds meer klanten naar zich toe. Primark en H&M hebben respectievelijk een marktaandeel van 3,4 procent en 2,7 procent van het totale aantal schoenenverkopen in Nederland. De Nederlandse tak van H&M haalt inmiddels 9 procent van de totale omzet uit schoenen.


Top-15 grootste spelers op de Nederlandse schoenenmarkt

  1. vanHaren (6,2 procent)
  2. Adidas (5,4 procent)
  3. Scapino (4,3 procent)
  4. Nike (3,7 procent)
  5. Ecco (3,5 procent)
  6. Bristol (3,5 procent)
  7. Dolcis (3,5 procent)
  8. Primark (3,4 procent)
  9. Sacha (3,1 procent)
  10. Tamaris (2,8 procent)
  11. H&M (2,7 procent)
  12. Gabor (2,4 procent)
  13. Wolverine (2,1 procent)
  14. VJ (1,8 procent)
  15. Van Bommel (1,7 procent)

Bron: ABN Amro, Stand van de Retail


Van deze trend kunnen schoenenwinkels leren en profiteren, stelt Duijn, in de vorm van shop-in-shops in modezaken. Zo’n partnerschap werkt twee kanten op. Schoenenretailers vergroten hun afzetmogelijkheden en naamsbekendheid. Kledingzaken kunnen hun klanten bijpassende schoenen bij een nieuwe outfit adviseren en zo het serviceniveau verhogen. Daarnaast kunnen de samenwerkende partijen de kosten voor personeel en huur delen. “Bovendien genereert de schoenenwinkel een groter bereik, omdat retailers op deze manier ook consumenten bereiken die niet perse de winkel bezoeken met het doel om schoenen te kopen”, aldus Duijn. “Zo neemt de kans op een impulsaankoop toe.”

Succesvolle samenwerkingen

In de markt zijn verschillende voorbeelden van succesvolle partnerschappen tussen mode- en kledingzaken te vinden. Neem het Friese familiebedrijf Steenwijk Schoenen (dat met ingang van 1 januari 2020 verder gaat onder de vlag van Omoda), dat twee shop-in-shops heeft bij Rinsma Modeplein in Gorredijk. Van den Assem werkt als ‘schoenenpartner’ maar liefst samen met vijf modezaken: Blijdesteijn in Tiel, Jackie O. in Noordwijk, Van Dijk in Waalwijk, Van Zuilen in Gorinchem en Voorwinden Modemall in ’s-Gravendeel.

Soeterboek Schoenen in Barneveld draagt zorg voor de schoenenafdelingen van Kuijt Mode in Kootwijkerbroek en Romeyn Tailors in Barneveld. “Een win-winsituatie voor alle partijen”, zei mede-eigenaar Anna-Marie Soeterboek vorig jaar in gesprek met Schoenvisie. “Onze modepartners kunnen hun klanten nu van top tot teen aankleden en profiteren van onze expertise en contacten met leveranciers. Hierdoor kunnen zij hun klanten merken aanbieden die ze zelf waarschijnlijk niet kunnen inkopen. Voor ons zijn de shop-in-shops een extra verkoopkanaal en een boost voor onze naamsbekendheid.”

Foto: Steenwijk Schoenen (archiefbeeld)