TOP

Hoge Raad: huurder en verhuurder moeten coronapijn samen dragen

Detaillisten die hun winkelruimte huren hebben recht op huurkorting als zij door de coronamaatregelen getroffen zijn. Dat heeft de Hoge Raad onlangs bepaald. Huurder en verhuurder moeten samen de lasten dragen.

Beeld: Schoenvisie

De prejudiciële beslissing van de Hoge Raad geeft richtlijnen aan lagere rechters. Met de uitspraak is nu voor iedereen duidelijk dat een brede groep ondernemers aanspraak kan maken op huurkorting. Het gaat daarbij niet alleen om het omzetverlies door totale sluiting tijdens lockdowns, maar ook om een lagere omzet door coronarichtlijnen en wegblijvende klanten vanwege de crisis, oordeelde de Hoge Raad kort voor kerst. De nieuwe richtlijn geldt voor de zogeheten artikel 290-bedrijfsruimten, zoals winkels, restaurants en cafés. Daarbij vindt de Hoge Raad dat de coronapijn van maand tot maand moet worden bekeken, niet over langere periodes, zoals huurbazen nog wel eens willen.

Duidelijkheid

Met het arrest op zak staan detaillisten en horecaondernemers sterker als zij bij de verhuurder aankloppen voor huurkorting. “Wij vinden het heel reëel om de pijn 50-50% te delen. Er waren al rechtszaken die deze richting op gingen, maar kleine ondernemers stappen niet zo snel naar de rechter. Deze uitspraak geeft ze houvast tegenover de eigenaar. Grote winkelbedrijven hebben nog wel eens macht om een huurkorting af te dwingen, kleine winkeliers vaak niet”, zegt Marcel Evers van Inretail in de Telegraaf. “We zijn heel blij dat de Hoge Raad duidelijkheid heeft verschaft.”

Standaardformule

Over de vraag hoe huurder en verhuurder de pijn moeten verdelen geeft de Hoge Raad in het arrest een standaardformule. Met deze berekening kan concreet worden gemaakt om welk bedrag het gaat. De mate van huurkorting is in de formule afhankelijk van de winst die de winkelier of horeca ondernemer ondanks de coronamaatregelen nog wist te maken. Die wordt vergeleken met de omzet in het pre-coronatijdperk. Ook wordt rekening gehouden met de Tegemoetkoming Vaste Lasten. De uitkomst onderaan de streep moet zijn dat ondernemer en verhuurder allebei net zoveel pijn lijden. De regeling gaat alleen op voor huurcontracten die voor de eerste coronamaatregelen in maart 2020 zijn afgesloten.

Rekensom

Om de huurkorting te kunnen berekenen, worden verschillende stappen gezet. Als eerste wordt de overeengekomen huurprijs uitgedrukt in een percentage van het totaalbedrag aan vaste lasten. Het met dat percentage overeenstemmende deel van de TVL waarop de huurder aanspraak kan maken, wordt afgetrokken van het bedrag van de overeengekomen huurprijs. Vervolgens wordt de procentuele omzetvermindering vastgesteld door de omzet in de periode waarover de huurprijsvermindering berekend wordt, te vergelijken met de omzet in een vergelijkbaar tijdvak voor corona. Het nadeel wordt vervolgens gelijk verdeeld over de huurder en de verhuurder.

De formule is dus als volgt: (overeengekomen huurprijs – gedeelte van de TVL dat aan de huur wordt toegerekend) x percentage omzetvermindering x 50%.

Nog eens rustig de uitspraak nalezen en de huurprijsvermindering berekenen? Lees dan hier de uitspraak en het rekenmodel in de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad.